De slag bij Jipsinghuizen Bernard van Galen moet 't gelag betalen tussen 1665-1666

 


Jipsinghuizen, de naam is nu algemeen bekend omdat er lang geleden werklozen heen werden gebracht om daar te werken voor een appel en een ei. Maar vóór de werklozen daar naar de werkverschaffing zijn getrokken heeft Jipsinghuizen toch zeker niet meer dan lokale betekenis gekregen, waar veel mensen nog nooit van gehoord hebben.


We bevinden ons daar, in een historisch opzicht, niet onbelangrijk terrein: nabij Jipsinghuizen is in 1665 een veldslag geleverd, die voor Stad en provincie Groningen mogelijk belangrijker is geweest dan de Slag bij Heiligerlee.

 

 


Bisschop Christoph Bernhard Von Galen. Bron: Wikimedia. Licentie: Public domain.

In 1665 probeert de bisschop van Münster, Christoph Bernhard Von Galen, waarmee de Groningers zoals men weet wel eens vaker een appeltje te schillen hebben gehad, onze goede provincie in bezit te nemen. Hij rukt van het oosten uit op en moet dus de grote, eenzame, moerassige vlakte doortrekken, welke zich eertijds langs de oostgrens van Groningen en Drenthe uitstrekt. Eeuwen en eeuwen heeft dat moeras daar zo gelegen als een natuurlijke verdediging tegen uit het oosten oprukkende vijanden. Reeds de Romeinen kennen de strategische waarde ervan. Van ouds voert een 'pas' over het moeras langs Bourtange. In de laatste helft van de 16e eeuw wordt hier een fort aangelegd, om de weg naar Westfalen en Ost-Friesland te kunnen afsluiten.


De Bisschop van Münster heeft ons land de oorlog verklaard en het Provinciale bestuur neemt maatregelen, om verdedigingswerken aan te leggen en te versterken.


Bovendien rekent men er op dat het land gemakkelijk onder water gezet kan worden. Dat blijkt ook inderdaad juist. Aan de drost van de beide Oldambten wordt bevel gegeven het land onder water te zetten; aan de drost van Wedde eveneens. Tenslotte worden de buitenzijlen bij Nieuweschans geopend, waardoor bet zeewater binnenloopt. Ook de zijldeuren van Delfzijl en de Farmsumerzijl moeten worden geopend.


Ons land is nu in oorlog gewikkeld met Engeland en Münster. De Engelse koning betaalt de bisschop zo ongeveer vier miljoen gulden voor het aanwerven van troepen, in totaal 22.000 man. Maar Bernard van Galen kan het geld ook goed voor andere doeleinden gebruiken. Drie weken lang zet hij de bloemetjes buiten en tenslotte besluit hij met ongeveer 11.000 soldaten op oorlogspad te gaan.
Het grootste deel van dit leger staat onder bevel van de Schot Gorgas. Een ander deel valt Gelderland binnen.


Vanuit Groningen zijn vier compagnieën van 500 á 600 man voetvolk en 70 á 80 ruiters onder leiding van kapitein Rembt ten Ham naar Bourtange gestuurd om het garnizoen te versterken. Dit is hoognodig, want hoewel de vesting - onder bevel van commandeur Gerrit van Amama - na visitatie in redelijke staat is bevonden, blijkt het garnizoen zwaar onderbezet. Met de aanvulling van de Groningse gardetroepen hoopt men de vesting - en daarmee de belangrijkste begaanbare route door het Bourtanger Moor - voldoende te hebben beveiligd.


Reeds twee dagen na de oorlogsverklaring aan de Republiek verschijnen Münsterse troepen aan de oostzijde van de vesting Bourtange en beginnen met cavalerieaanvallen. Het blijken schijngevechten te zijn, want geheel onverwacht verschijnt op 20 september de voorhoede van het leger vanuit het Bourtanger Moor voor Sellingen. Het blijkt dat de Münstersen in het diepste geheim twee veenbruggen door het moeras hebben aangelegd, waarvan één tussen Walchum en de Hasseberg en vandaar naar Sellingen. Voor deze brug hebben tal van boeren en bewoners uit de naburige dorpen van het Eemsland deuren, kozijnen, balken en planken uit hun boerderijen en woonhuizen moeten aanleveren. Na de overrompeling van Sellingen stoot de voorhoede door naar Jipsinghuizen om daar het kampement op te slaan en te wachten op de grote achterhoede die met enkele duizenden soldaten en zwaar materieel zal volgen.


De Groningse soldaten krijgen spoedig contact met de vijand, die zich nog steeds met behulp van wagens vol rijswerk een weg probeert te banen door het moeras. Het plan is om van daaruit verder te trekken naar Bourtange, Huis te Wedde en Winschoten. Wel zenden de Staten-Generaal na vele dringende verzoeken versterking, maar alles wijst er toch op, dat het Münsterse leger gemakkelijk de provincie zal kunnen veroveren. De voorhoede is immers reeds tot Jipsinghuizen opgerukt. Maar daar keert de krijgskans: de 'kamperende' vijand wordt door een kleine troep van onze kant aangevallen en verslagen.


Het geval zit zo: kapitein Ham van de garde van Groningen en Ommelanden is met ongeveer 5 à 600 man voetvolk en 70 paarden ter verkenning uitgetrokken. Op de morgen van 26 september treft de voorhoede de vijand aan, die met 1800 man hun kamp heeft opgeslagen bij Jipsinghuizen. Luitenant Willem Nierop, die de voorhoede commandeert, aarzelt niet, maar valt de zoveel sterkere vijand bij verrassing aan, die tenslotte op de vlucht slaat, met achterlating van 800 man aan doden (300), gewonden en gevangenen (120). De verliezen aan onze kant zijn niet groot. Naar verluid sterven aan onze kant slechts 17 personen. Luitenant Nierop weet in de dagen na de slag de brug door het moeras in brand te steken en verder te verwoesten.

 


De rol van Wild Prot


De overlevering wil, dat een man, Wild Prot geheten, bij deze geschiedenis een belangrijke rol zou hebben gespeeld. De Münstersen, die bij Jipsinghuizen gelegerd zijn, hebben namelijk op de zogenaamde Spinberg een schildwacht gezet. Bij de Spinberg, een zandhoogte, is het overigens allesbehalve veilig. Huist daar niet het Spinwijf, dat draden weeft, om de jonge mannen te vangen?
Wild Prot nu, die ‘voor de duivel niet bang is’, komt van Wollinghuizen over de heide, gekleed als boerenjongen. Hij nadert de wachtpost, maakt vuur en steekt zijn pijp aan. Daarop vraagt de schildwacht of hij misschien ook wil roken. Als deze evenwel argeloos de pijp bij de tondeldoos brengt, snijdt Prot hem snel en gedecideerd de hals af, zodat de man geen geluld meer kan geven.
Prot waarschuwt nu vlug de troepen van kapitein Ham en dient hun tot gids. De vijand wordt dan als 't ware overrompeld.
De gesneuvelden worden begraven op een plek bij de brug over de Ruiten, die sinds die tijd de naam behoudt als ‘Bisschopskerkhof’.

 


Koster Willem Maartensz


Een ander overlevering vertelt het iets anders. De Münstersen hebben niet gerekend op de koster Willem Maartensz van Vriescheloo, die, verkleed als boer en op klompen, een praatje aanknoopt met de schildwacht om hem vervolgens uit te schakelen. Hij blaast op zijn hoorn en geeft zo het signaal voor een verrassingsaanval van een samengesteld legertje van garnizoen soldaten uit Winschoten. De Münsterse soldaten denken met een groot leger van doen te hebben en vluchten hals over kop door het moeras naar de grens. Velen halen Duitsland niet en verdrinken.


Het schijnt, dat onze soldaten na deze overwinning, naar Winschoten zijn teruggekeerd uit vrees voor de andere troepen van de Bisschop. Dat is jammer, want volgens de berichten zouden de Münsterse troepen geheel verslagen zijn, indien de vervolging zou zijn voortgezet. De vluchtelingen hebben, verscholen in het bos bij Jipsinghuizen, hun vaandels reeds opgerold en zijn bereid zich over te geven, indien ze worden ontdekt.


Later gaat men de brug tussen Walchum en Sellingen, waarover de vijand is teruggetrokken, verbranden, waarna de Münstersen ook uit het klooster Ter Apel worden verjaagd, zodat spoedig de provincie van vijanden is gezuiverd.


Deze gelukkige ommekeer is stellig van groot belang geweest. Indien het Münsterse leger onder Gorgas, bijgenaamd de ‘bruggenbouwer’, ongehinderd zou zijn opgerukt naar Delfzijl, zoals naar men aanneemt, het plan is geweest, dan heeft deze vesting, ontbloot van troepen, zich moeten overgeven. De Engelse oorlogsschepen hebben geen moeite gehad met onze in de haven liggende bodems en gezamenlijk heeft men vervolgens de hoofdstad Groningen kunnen veroveren, welke vesting juist in het noorden en het noordoosten het meest kwetsbaar is.


Wanneer de Bisschop energieker zou zijn opgetreden, dan zou Nederland naar de mening van velen verloren zijn geweest. Hij zou dan gemakkelijk naar Amsterdam kunnen oprukken. Maar Bernard van Galen kan volgens Turenne wel grote plannen verzinnen, maar hij is niet in staat ze uit te voeren. Hoe het ook zij: de slag bij Jipsinghuizen wordt door de Groningse strijdkrachten gewonnen en de gevolgen daarvan zijn voor deze provincie voorlopig zeer gunstig, al is het gevaar nog op geen stukken na geweken.


De Slag bij Jipsinghuizen wordt door tijdgenoten hoog aangeslagen en gezien als een van de weinige lichtpunten tijdens de Münsterse invasie van 1665. Militair-strategisch is de slag belangrijk omdat de Münsterse verrassingsaanval juist op tijd is afgeslagen waardoor de grote achterhoede van het Münsterse leger het Bourtanger Moor niet kan oversteken. De Groninger gedeputeerden schrijven aan de Staten-Generaal dat al de volgende dag 5.000 man voetvolk, 2.000 ruiters en enige kanonnen via de veenbrug het moeras zouden zijn overgestoken om recht op Groningen af te marcheren. Het Münsterse leger ziet zich gedwongen om de aanvalsstrategie te wijzigen en via een grote omweg over de Hondsrug en De Groeve alsnog het Oldambt en delen van Westerwolde te veroveren, waardoor veel tijd verloren gaat. Daarmee mislukt de oorspronkelijke opzet van een bliksemaanval op Groningen en Delfzijl, waar de met Münster verbonden Engelsen met een vloot zouden landen in Delfzijl om de Republiek verder aan te vallen. De Groningers krijgen de tijd om zich te herwinnen en weten met het Staatse leger onder leiding van graaf Johan Maurits van Nassau-Siegen de Münstersen door Westerwolde naar het Eemsland te verdrijven. Tijdens hun terugtocht wordt Jipsinghuizen in de nacht van 15 op 16 november 1665 – mogelijk als vergeldingsactie - door de Münsterse troepen volledig platgebrand.

 

Het gedenkteken bij Jipsinghuizen. Bron: Wikimedia, Licentie: Public Domain.

 

 

Gedenkteken


Jipsinghuizen, in Westerwolde, ligt niet ver van Bourtange. Het is een klein dorp, samen met er aan vast liggende Plaggendorp, heeft het iets meer dan 150 inwoners. Desondanks heeft de kleine gemeenschap een gedenkteken voor het keerpunt in de Eerste Münsterse Oorlog van 1665-1666. Op de plaquette van de gedenksteen staat de volgende tekst:

 

Slag bij Jipsinghuizen
26 september 1665
Keerpunt in de Eerste Münsterse Oorlog 1665-1666


Den 20 derselver maendt (september 1665) sijn de Biscooplijcke volckeren des
morgens uit westphalen over 't moeras tussen Haren en 't Closter ter Apel gelegen,
op 't Clooster voorschreven ende des nademiddaghs over 't moeras tusschen
Walchum und Sellengen in 't gesichte der Boertangers gekomen en hebben haer eerst
in dorp Sellingen, maer korts daer aen in 't gebuijrscap Jipsen Huijsen neder geset, en
maeckten daer op toe een pas over 't moeras. Den 26 sijn de volckeren voorgemelt
omtrent achttienhondert men sterck van de onse onder 't commande van de heer
Ham, Capetein van de Guardes van Groeningen en Omlanden, sterck tusschen de
vijf en ses hondert man te voet en tusschen de 70 en 80 te paerde tot Jipsenhuisen
geslagen, soodat sij den selven dagh weder over haer moerighe pas nae Walchum de
vlucht hebben moeten nemen en Westerwolde wederom verlaten, achterlatende so
dden, gevangen, als gequetsten na gissigh omtren t300 man sijnde van ons kant
gevangen gebleven 17 man, weinigh of geen dooden; onder haer ghevangenen sijn
geweest 2 Capeteins en een Luitenant met enighe mindere officirs. Voorts nae 't
verlaten is de pas van de militie uit Boertanghe, als mede 't Clooster ter Apel in
bewaeringhe genomen ende haer gemaeckte Brughe in den brandt gestooken.


Naar kapitein Gajus van Jeltinga – 1674.

 


In Jipsinghuizen herinnert dit monument op het Bisschopskerkhof, aan de plaats waar de Münsterse gesneuvelden zijn begraven: aan de Slag bij Jipsinghuizen. Het monument is in 2007 geschonken en geplaatst door de Stichting Monumenten Westerwolde. Op de plaquette staat een korte beschrijving van de slag door Gajus van Jeltinga, destijds kapitein in het garnizoen van Bourtange. De enigszins vergeten veldslag uit de 17e eeuw is op 26 september 2015 in Jipsinghuizen herdacht met een grote publieksbijeenkomst in de schuur van erve Huisingh.

 


Even vrede


Bisschop Von Galen heeft zijn verlies genomen en stemt in met de Vrede van Kleef. Niet voor lang. Zes jaar later probeert hij het nog een keer en redt hij het tot voor de poorten van Groningen, de stad bestokend met zijn bommen. Het levert hem de bijnaam 'Bommen Berend' op, maar dat is weer een ander verhaal.

 

 

 

Gerelateerde artikelen:

 

Rabenhaupt en Bommen Berend (De bisschop van Münster Bernhard Von Galen)

 

 

 

Bronnen:
* Cees Stolk, De Hel van Jipsinghuizen 1924-1939: Werkverschaffing in Groningen, Scheemda, 1999.
* A.J. Smith, De eerste Bisschoppelijke Invasie, Groningsche Almanak 1903, pag. 116-178, Groningen 1902.

 


Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl.
Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten voorkomen.
Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen...geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres.
Laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek.
Hoogeveen, 9 juni 2020.
Samenstelling: © Harm Hillinga
.
Menu Artikelen.
Terug naar de HomePage.
Top